Fact check: Wordt uw tuin ook een beetje de tuin van uw buren?

Op 1 september 2021 treedt het nieuwe goederenrecht in werking en nemen we definitief afscheid van Boek II van het oude BW. Dit Napoleontische wetboek heeft een ware facelift gekregen door het invullen van vier grote krachtlijnen, zijnde de integratie, instrumentalisering, modernisering en flexibilisering van het goederenrecht. Te veel nieuwigheden om aan te stippen in een enkele blog, al is er wel ééntje dat in het oog springt.

Zo goed als alle berichtgeving kondigde de laatste dagen aan dat je vanaf nu zomaar de tuin van je buren mag binnenspringen. Dit nieuws veroorzaakte enige commotie bij het grote publiek en in diverse media. Boosdoener in het hele verhaal is het nieuwe artikel 3.67 BW: feitelijk gedogen van de eigenaar. Er is in feite slechts sprake van een uitbreiding van het reeds bestaande ladderrecht uit artikel 31 Veldwetboek tot bouwwerken. Dit laat toe dat uw buren bijvoorbeeld een stelling of bouwkraan op uw eigendom zouden kunnen plaatsen, wanneer op hun eigen terrein te weinig beschikbare ruimte voorhanden is.

Voor veel mensen was deze uitbreiding toch een reden tot onrust omdat dit volgens sommigen wel eens het einde van hun privacy zou kunnen betekenen. Wat media echter vergeten te vermelden, is dat dit recht wel met de nodige redelijkheid zal moeten worden uitgeoefend en tijdelijk is. Indien de werken op een minder hinderlijke manier kunnen worden uitgeoefend verdient dit de voorkeur. Bovendien kunnen de buren een schadevergoeding vragen voor de veroorzaakte hinder.

Ook laat het artikel toe om onder bepaalde omstandigheden de tuin van de buren te betreden, desgevallend ook bij hun afwezigheid. Dit betekent evenwel niet dat buren elkaars tuin zomaar en zonder enige aanleiding mogen betreden of gebruiken. Ook hier gelden voorwaarden en waarborgen zoals de onopzettelijkheid en goede trouw.

Waarschijnlijk komt er dus geen exponentiële toename in rechtszaken, waar sommigen voor vrezen. Gelijkaardige bepalingen in andere landen hebben hier ook niet toe geleid.

Bovendien wordt het met de invoering van het nieuwe goederenrecht ook mogelijk preventief op te treden bij burenhinder en zijn de wettelijke criteria beter omschreven. Met deze bepalingen is men dan weer beter gewapend om burenruzies op te lossen en te voorkomen.

De stelling “Uw tuin wordt ook een beetje de tuin van uw buren” is bijgevolg niet correct en dient genuanceerd te worden. De beste aanpak blijft nog steeds een goede communicatie, want goede afspraken maken goede buren.

Hoe de nieuwe bepalingen in de praktijk zullen ingevuld worden en mogelijk conflicterende eigendomsrechten met elkaar verzoend zullen worden, zal de toekomst nog moeten uitwijzen. In de komende weken zullen wij aangaande dit nieuwe goederenrecht verder in detail treden en u up-to-date houden.

Indien u meer informatie wenst over burenhinder en kwesties m.b.t. de burenrelaties, kan u steeds onze werkgroep Goederenrecht in de ruime zin contacteren.