Meet the team: Lina Aouriaghel

Lina Aouriaghel behaalde in juni 2021 haar masterdiploma Rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven met een major in het privaat recht en een minor in het economisch recht. In juni 2022 behaalde ze aan dezelfde universiteit haar masterdiploma in het Notariaat. Deze master-na-master was een ideale aanvulling op haar parcours om zich verder te verdiepen in de wereld van het vastgoed-, (familiaal) vermogens- en vennootschapsrecht.

Lina startte eind augustus 2022 als advocaat-stagiair bij FIRMUS Advocaten. Tijdens haar baliestage wil Lina zoveel mogelijk proeven van de ruime ervaring die FIRMUS Advocaten te bieden heeft binnen de verschillende rechtsdomeinen. Lina heeft een brede waaier aan interesses en zal zich voornamelijk toespitsen op het (familiaal) vermogensrecht, het verbintenissenrecht en het goederenrecht in de ruimste zin.

Lina is vastberaden om cliënten persoonlijk op maat te begeleiden en kwaliteitsvolle bijstand te verlenen. Ze wil met haar kennis een luisterend oor bieden aan mensen die zelf in de juridische wereld door het bos de bomen niet meer zien.

In haar vrije tijd houdt Lina zich bij voorkeur sociaal en creatief bezig. Dit gaat van zelf juwelen maken tot schilderen met haar vriendinnen. Om in beweging te blijven doet ze aan pilates en lopen. Ze zal verder altijd te vinden zijn voor een leuke citytrip of een uitstap naar een museum of galerij.

Fun fact, op Lina’s bureau zal je altijd een – al dan niet koude – kop koffie vinden.

De onteigening van bufferzone, voor een peulenschil of aan de werkelijke grondprijs?

Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen een billijke en voorafgaande schadeloosstelling.

Waaruit deze schadeloosstelling bestaat, kan voer zijn voor discussie, zeker voor bufferzones of zones waarop een bouwverbod rust.

Het Hof van Beroep te Antwerpen boog zich recentelijk nog over de vraag aan welke vierkante meterprijs de onteigening van een bufferzone moet vergoed te worden.

Meer concreet werd overgegaan tot onteigening van een gedeelte van een perceel gelegen in een bedrijvenzone met een totale oppervlakte van 6 700m², waarvan 1 000m² werd onteigend .

De onteigenaar bood voor de onteigening van de grond een vergoeding aan van 10% tot 25% van de gemiddelde grondprijs. De aangestelde gerechtsdeskundige begrootte de vergoeding op zo’n 50% van de gemiddelde grondprijs, rekening houdend met de ligging in bufferzone.

De eerste rechter volgde deze stelling niet, een gegeven dat thans wordt bevestigd door het Hof van Beroep te Antwerpen.

***

Het Hof van Beroep stelt dat de onteigende recht heeft op een billijke schadeloosstelling, die elke schade voortspruitende uit de onteigening moet dekken, om hem in de mogelijkheid te stellen zich opnieuw in te richten alsof er geen onteigening was geweest. Niet alleen de waarde van de grond of de gebouwen moet worden vergoed maar tevens alle rechtstreekse of onrechtstreekse schade die het noodzakelijk gevolg is van de onteigening.

Het Hof stelt dat het kunstmatig is om voor de waardebepaling het terrein op te splitsen in bouwgrond en bufferzone: bij de aankoop van een perceel wordt één globale prijs gevraagd, er wordt niet minder per m² gevraagd voor de strook die in bufferzone is gelegen. De inneming zou ook nooit apart worden verkocht.

Niet enkel de bebouwbare oppervlakte dient aldus te worden gerekend aan de gemiddelde grondprijs. De waarde van de onteigende grond waarop een bouwverbod rust, moet ook berekend worden op basis van de gemiddelde grondprijs.  

Of het bouwverbod het gevolg is van een wettelijke erfdienstbaarheid non aedificandi of een stedenbouwkundig voorschrift, maakt geen verschil uit.

Het feit dat de inneming gelegen is in bufferzone, maakt niet dat dit minder waardevolle grond is.

Dat de onteigening de ontwikkelingsmogelijkheden op het perceel beperkt, brengt ook schade met zich mee die in overweging moet worden genomen bij de begroting van de onteigeningsvergoeding, wat gebeurt door de gemiddelde grondprijs voor het hele perceel op dezelfde grondprijs te waarderen.

Het Hof bevestigt aldus pertinent dat de waarde van een inneming bij een zone non aedificandi dient te worden gewaardeerd op de gemiddelde grondprijs van heel het perceel wil men tot een billijke onteigeningsvergoeding komen.

NB: de onteigenaar heeft cassatieadvies gevraagd. Wordt vervolgd…

***

Voor meer informatie over onteigeningen, kan u steeds terecht bij onze werkgroepen Goederenrecht en Administratief recht.

Q&A: 5 veelgestelde vragen m.b.t. de nieuwe registratierechten

Q&A: 5 veelgestelde vragen m.b.t. de nieuwe registratierechten

Als vastgoed van eigenaar wisselt, moeten daarop registratierechten betaald worden. De tarieven van die belasting verschillen per gewest. In haar septemberverklaring kondigde de Vlaamse regering aan dat de registratierechten voor de aankoop van een eerste huis of appartement dalen vanaf 1 januari 2022 van 6% naar 3%, die van ander vastgoed zullen dan weer stijgen van 10% naar 12%. Hoewel nog geen officiële tekst gepubliceerd werd, is het zinvol om al in te gaan op de inwerkingtreding daar een aantal praktische vragen enige verduidelijking behoeven.

Read More

Volmachtenbesluit (KB nr. 4) mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht n.a.v. de Covid-19 pandemie gepubliceerd

Volmachtenbesluit (KB nr. 4) mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht n.a.v. de Covid-19 pandemie gepubliceerd

In het Belgisch Staatsblad van 9 april 2020 verscheen het Koninklijk Besluit nr. 4 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht in het kader van de strijd tegen de Covid-19 pandemie (volledige tekst: klik hier).

Ingevolge deze pandemie is het voor tal van verenigingen en/of vennootschappen bijzonder moeilijk geworden om aan alle door de wet opgelegde verplichtingen te voldoen.

Denk maar aan het organiseren van de algemene vergaderingen, waarbij tal van mede-eigenaars of aandeelhouders aanwezig dienen te zijn of zich dienen te laten vertegenwoordigen.

Nu er sedert 17 maart 2020 tal van veiligheidsmaatregelen werden opgelegd door de Nationale Veiligheidsraad, zien vele verenigingen en vennootschappen zich geconfronteerd met praktische moeilijkheden bij de organisatie van - nochtans wettelijk verplichte – algemene vergaderingen.

Met het KB nr. 4 wil men aan deze moeilijkheden tegemoet komen.

In eerste instantie worden twee opties gecreëerd die in een praktische oplossing voorzien voor de organisatie van algemene vergaderingen:

  • De Algemene Vergadering uitstellen naar een latere datum

  • De Algemene Vergadering schriftelijk laten doorgaan (in sommige gevallen ook via skype, zoom etc.)

De maatregel heeft een beperkte duurtijd (met terugwerkende kracht) en geldt vanaf respectievelijk 10 maart (i.g.v. mede-eigendom) en 1 maart 2020 (i.g.v. vennootschappen en verenigingen) tot 3 mei 2020 maar deze periode kan worden verlengd indien nodig.

Voorts worden een aantal specifieke maatregelen voorzien.

  • Een eerste reeks maatregelen heeft betrekking op de organisatie en bijeenroeping van de algemene vergadering van de mede-eigenaars.

  • Een tweede reeks maatregelen heeft betrekking op de organisatie van de algemene vergaderingen van vennootschappen en verenigingen. In dat geval is het aan het bestuursorgaan van de vereniging / vennootschap in kwestie om autonoom te beslissen hoe zij de algemene vergadering wil laten doorgaan.

In deze blog wordt alvast meer in detail ingegaan op wat in het KB wordt voorzien voor de beide door het besluit beoogde gevallen.

Read More

Arrest Grondwettelijk Hof dd. 20.02.2020: Appartementseigendom: De meerderheidsvereiste van 4/5e voor afbraak en heropbouw (art. 577-7 BW) vernietigd

Arrest Grondwettelijk Hof dd. 20.02.2020: Appartementseigendom: De meerderheidsvereiste van 4/5e voor afbraak en heropbouw (art. 577-7 BW) vernietigd

Op 20.2.2020 werd door het Grondwettelijk Hof een arrest geveld betreffende de meerderheidsvereiste van 4/5 die met het nieuwe appartementsrecht werd ingevoerd om het mogelijk te maken - onder bepaalde voorwaarden - te beslissen tot afbraak en heropbouw van gebouwen.

Het Hof heeft deze wettelijke bepaling (art. 577-7, §1, 2° BW) vernietigd.

Nu voormelde bepaling ertoe kan leiden dat een mede-eigenaar afstand moet doen van zijn eigendomsrecht stelt het Hof dat een bijkomende garantie dient opgelegd te worden.

Deze garantie houdt in dat de vereniging van mede-eigenaars haar beslissing op eigen initiatief aanhangig dient te maken bij de Vrederechter. Het is de Vrederechter die de wettigheid van de beslissing tot afbraak en heropbouw zal beoordelen en, in voorkomend geval, aan een deskundige advies kan vragen over de geschiktheid van het bedrag van de compensatie in geval van afstand van het eigendomsrecht door een mede-eigenaar.

Read More

Optreden van burgers namens de gemeente opnieuw mogelijk - Arrest GwH 10 oktober 2019

Optreden van burgers namens de gemeente opnieuw mogelijk - Arrest GwH 10 oktober 2019

Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur heeft de bepalingen van het Gemeentedecreet, waaronder het artikel 194, opgeheven.

Overeenkomstig dit artikel 194 konden één of meer inwoners onder bepaalde voorwaarden in rechte optreden namens de gemeente als het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad nalieten om dit te doen.

Dit substitutierecht werd in het decreet lokaal bestuur niet behouden.

Sinds 1 januari 2019 was het voor burgers niet meer mogelijk om namens de gemeente in rechte op treden, en konden zij derhalve ook geen milieustakingsvordering namens de gemeente meer instellen.

Het Grondwettelijk Hof heeft in haar arrest van 10 oktober 2019 de opheffing van dit vorderingsrecht vernietigd.

Read More

Nieuw Gemeentewegendecreet in werking sedert 1 september 2019

Nieuw Gemeentewegendecreet in werking sedert 1 september 2019

Op 1 september 2019 trad het decreet houdende de gemeentewegen (Gemeentewegendecreet) d.d. 3 mei 2019 (BS 12 augustus 2019) in werking. Met dit decreet worden enkele substantiële veranderingen doorgevoerd.

Het begrip “gemeenteweg” wordt ingevoerd en het aparte statuut voor buurtwegen vervalt. Elke gemeente is verplicht om een gemeentelijk wegenregister op te maken en een beslissing over een gemeenteweg wordt een volledige gemeentelijke aangelegenheid. De mogelijkheid van verjaring wordt in het decreet expliciet uitgesloten. Er kan een vergoeding voor waardevermindering uit hoofde van aanleg of verplaatsing van een gemeenteweg worden bekomen. Het wordt mogelijk gemaakt om de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg op te nemen in een omgevingsvergunningsaanvraag.

Er worden een aantal handhavingsclausules ingevoerd.

Read More